Groeten uit de Kinkerbuurt
Intro
5 juli 2016
In een dichtbevolkt buurtje in Amsterdam West, tussen de Bilderdijkgracht en de Kostverlorenvaart, ontvouwt zich een klassiek verhaal. Een verhaal met hoofdrollen voor kleurrijke karakters als de likkebaardende makelaar, de eigengereide buurtbewoner, de ambitieuze politicus, de bezorgde bejaarde en de drukke tweeverdieners aan wie alle commotie voorbij zal gaan...
Veryupping, vertrutting, opwaardering, gentrification: hoe je het proces ook wilt noemen, het gebeurt nu in de Kinkerbuurt. Daar is iedereen het wel over eens. Over wat we er mee winnen of verliezen zijn de meningen nog verdeeld.
De Kinkerbuurt, bakermat van de bekendste criminele bendevan Nederland, stond ooit bekend als een Amsterdamse volksbuurt, gekenmerkt door garage- en ambachtsbedrijfjes en hun arbeiders. Aan de weelderig gedrapeerde vitrages achter de ramen hier en daar zie je nog de Jordaneze wortels van veel oudere bewoners.
Maar na de opwaardering van volksbuurten als de Jordaan en de Pijp, is nu de Kinkerbuurt aan de beurt: de buurt is eindelijk ontdekt door mensen met genoeg geld om het beschikbare vastgoed op te kopen en de projectontwikkelaars zijn aan de slag gegaan. Waarna de voorspelbare karavaan van koffietentjes, concept stores en biologische winkels het gebied intrekken.
De ophef die deze ontwikkeling veroorzaakt wordt breed uitgemeten in de lokale en landelijke media. Feiten en de nuances zijn in de discussies over gentrification vaak ver te zoeken, partijen staan lijnrecht tegenover elkaar. Voorstanders zijn blij dat ‘die gribusbuurt eindelijk wordt aangepakt’, tegenstanders zijn boos over de ‘uitverkoop van hun buurt aan het grote geld’. En hoe lang deze partijen ook discussiëren, ze komen niet nader tot elkaar.
Het fenomeen gentrification is al vaak bestudeerd en beschreven. De Kinkerbuurt is nu nog op haar manier uniek, maar het opwaarderingsproces zeker niet. In Tokio, Barcelona, Londen en New York, overal in de wereld protesteren bewoners tegen het verliezen van invloed op ontwikkelingen in hun stad. Wat filmmaker Spike Lee uitspuwt aan frustratie over de veranderingen in zijn oude buurt in Brooklyn, lijkt in veel opzichten op hoe de smid in de Bellamystraat aankijkt tegen de opwaardering van zijn buurt.
We kunnen redelijk goed voorspellen hoe dit proces zich in de Kinkerbuurt verder zal voltrekken. Maar wat de gevolgen zijn voor individuele bewoners, dat weten we eigenlijk niet. Als we van een buurt zeggen dat “het aan het ontwikkelen is”, wat gebeurt er dan precies? Betekent dit alleen nieuwe lantarenpalen en nieuwe klinkers in de straat? Of moeten oude bewoners ook wijken voor nieuwe? Als er een tweedeling ontstaat, tussen wie dan en hoe ziet dat eruit? En wie zijn dan die yuppies waar iedereen over praat en wat willen zij van hun buurt?
Met het project “Groeten uit de Kinkerbuurt” willen we meer nuance en persoonlijke verhalen toevoegen aan de huidige discussie over gentrification in Amsterdam. De komende tijd volgen we bewoners die dit proces aan den lijve zullen ondervinden en posten we onze bevindingen op deze website.
De Kinkerbuurt is aan de beurt
5 juli 2016
Voor wie gelooft dat een buurt niet meer is dan een verzameling stenen, wat hout en een likje verf, is het niet moeilijk te zien hoe de Kinkerbuurt verandert de laatste tijd. Kijk maar:
De kapsalon en de uitdragerij hebben plaatsgemaakt voor nieuwe woningen. In de oorspronkelijke ambachtswerkplaatsen en winkelpandjes zijn ook appartementen of kantoren gemaakt. Braakliggend terrein is er bijna niet meer. Het ziet er een stuk opgeruimder uit dan tien jaar geleden.
Voor wie gelooft dat een buurt een samenraapsel is van bedrijvigheid, bewoners, hun gewoontes en geschiedenis is het een stuk moeilijker te zien wat de gevolgen zijn van de recente opwaardering. De bedrijven van de ambachtslieden zijn inmiddels allemaal wel vertrokken naar de randen van de stad.
Maar met nog een paar grote renovaties in de planning, talloze bewonersparticipatieprojecten, groeiende actiegroepen en weifelende stadsbestuurders is de transformatie van de Kinkerbuurt nog in volle gang.
Aflevering 1: Het einde van het Meister tijdperk
Afscheid van de laatste ambachtslieden - 10 juli 2016
Met ingehouden woede doet hij zijn verhaal. Wat er door hem heen gaat? Dat zie je toch? Bert Meister heeft geen tijd voor obligate vragen. Hij moet zijn hele smederij nog uitruimen. Mannen lopen in en uit om de boedel te verdelen. Te zien aan de hoeveelheid ijzeren staven en beugels en zware machines uit de vorige eeuw is dat geen gemakkelijke klus.
Om zijn gepensioneerde compagnons hun aandeel in het bedrijf uit te keren, heeft de smid de smederij verkocht aan de buurman, een aannemer. Het zullen appartementen worden. De familieleden die boven de smederij woonden zijn inmiddels vertrokken. ‘Het zal voor het eerst sinds lange tijd zijn dat er geen meerdere Meisters meer in deze straat wonen. Ik ben de laatste die nog over is. Straks zie ik vanuit mijn huis aan de overkant hoe misschien de hele boel wel plat gaat.’ Hoe rijk hij daarvan wordt? Nou niet: ‘wat overblijft is mijn pensioen, zo gaat dat bij ondernemers.’
Smederij Meister en Zonen was één van de laatste ambachtsbedrijfjes in de Kinkerbuurt. Op een paar garages na zijn nu alle werkplaatsen gesloten. Vroeger waren zij kenmerkend voor de buurt, maar het zwaartepunt van de activiteiten verschuift naar horeca, detailhandel en de creatieve sector. En vastgoed is nu big business.
De familie Meister is al generaties lang aanwezig in de buurt. Bert Meister is opgegroeid boven de smederij. Hij kent iedere steen, ieder stukje hout en ijzer in de pandjes aan de Bellamystraat. Als klein jongetje ging hij mee met zijn opa en vader om de huur bij hun huurhuisjes in de buurt op te halen. Zijn grootvader legde op zesjarige leeftijd in 1884 de eerste steen van de pandjes die later de smederij werden. “Mensen noemden de Bellamystraat ook wel de Meisterstraat, omdat de familie hier altijd nadrukkelijk aanwezig is geweest.” Bert Meister hoopte zijn bedrijf in het klein te kunnen voortzetten in de voormalige Cacaofabriek, aan de andere kant van de straat. Daarvoor kreeg hij geen vergunning, omdat bovenin de fabriek mensen zijn gaan wonen.
Voor het veelgeprezen “dorpse” karakter van de Bellamystraat, dat veel nieuwe bewoners naar de buurt trekt, is Bert Meister mede verantwoordelijk geweest. Niet alleen als de markante verpersoonlijking van een oud ambacht. Als kraker heeft hij met anderen veel historische pandjes in de buurt van de sloop gered. Dichtgetimmerde en verwaarloosde woningen werden opengemaakt en weer geschikt gemaakt voor bewoning. Diezelfde woningen worden nu voor heel veel geld verkocht en verbouwd. ‘Beetje scheef, soms.’
‘Kijk nog een echte smederij!’ Een vlotte pa met pet en een zoontje met longboard komen even polshoogte nemen, om zich vervolgens te laten verrassen door het nieuws van de sluiting. Ze druipen teleurgesteld weer af.
Datgene wat veel mensen leuk zeggen te vinden aan de Kinkerbuurt, de bedrijvigheid, is precies datgene wat er nu niet meer is. Lettergieterij, bierbottelarij, steendrukkerij, smederij. De opschriften van de oude bedrijven en winkeltjes doen het leuk als versiering van de gevels van woningen en kantoren.
.
Aflevering 2: Ria en Roxanne
Twee werelden in één straatje - 17 juli 2016
Ria (69) en Roxanne (22) zijn overburen. Ze wonen respectievelijk 46 en 2 jaar in de Kinkerbuurt. Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet.
Ria woont in één van de laatste betaalbare huurwoninkjes in een blok van woningcorporatie Rochdale, dat al 20 jaar nodig gerenoveerd moet worden, maar steeds komt het er niet van. Ria rekent er niet meer op. Roxanne woont met twee vriendinnen in een opgeknapt voormalig Rochdale appartement, dat haar ouders voor haar kochten. “De makelaar zei dat het een goede investering zou zijn.”
Als je wilt weten hoe de veelbesproken tweedeling in de stad er uit ziet moet je in de Van Effenstraat gaan kijken. De straat scheidt de verwaarloosde woningen van oudgedienden in de buurt van de vers opgeknapte koopwoningen van nieuwkomers. Er wonen nu mensen met levens zo verschillend, dat ze elkaar vaak niet opmerken. In een straatje van ongeveer 50 meter lang.
Aflevering 3: ‘Wij zijn een moeilijke buurt’
Over gevraagd en ongevraagd participeren - 2 augustus 2016
Je hoort het wel eens in de Kinkerbuurt: “Wij zijn een moeilijke buurt,” met nauw verholen trots. Of soms met een zucht: “Ja, dit is wel een beetje een moeilijke buurt. Deze buurt heeft een roemruchte traditie van eigengereidheid. Als je het lef hebt om zonder overleg bijvoorbeeld de bouw van een hotel te plannen, dan krijg je daar onherroepelijk mee te maken.
Dat moet je positief zien, vindt Margot, die ik veel tegenkom op de bewonersavonden en actiemiddagen. “Juist doordat er hier relatief veel betrokken bewoners zijn is dit een fantastische buurt. Betrokken bewoners zijn mensen die hart hebben voor de buurt en hart voor elkaar. En de situatie is nu zo dat we daar als buurt voor moeten vechten.”
Balans in de stad
Inspiratiesessies, een Design Jam, boze bewonersavonden: de ambtenaren in Amsterdam West zijn er druk mee. Want de Kinkerbuurt is erg in trek. Bij steeds meer mensen die hier willen wonen, en dus ook bij steeds meer ondernemers en projectontwikkelaars. Veel bewoners zien dit als een grote bedreiging en zijn niet van plan werkeloos toe te kijken hoe hun buurt verandert. “Hoe houden we deze buurt dan in balans?” is het vraagstuk bij diverse participatiesessies. “Hebben jullie nog ideeën?” Tuurlijk zijn er ideeën: “Ga gewoon weg met je hotels, je bootjes en je horeca,” is er eentje. Of “Dit is onze buurt, wij wonen hier en wij willen wat te zeggen hebben over wat er hier nodig is.” En dat is dan meestal niet nog een hotel of nog een koffietentje, maar vaker iets als betaalbare seniorenwoningen.
Als je mensen vraagt wat ze nou bedoelen met bewonersparticipatie lijkt er een spraakverwarring te zijn. Bewoners worden uitgenodigd zich met nieuwe creatieve participatiemethodes bezig te houden, met vergroening, met de herinrichting van de openbare ruimte, met de versiering van een fietstunnel. Leuke en positieve onderwerpen. Maar bij de processen waarmee je juist de negatieve gevolgen van de recente opwaardering zou kunnen beteugelen – vergunningenbeleid horeca, de wijziging van een woonbestemming naar een hotelbestemming, handhaving op het bestaande bestemmingsplan – gaat het nogal eens mis met de burgerparticipatie. Dan moeten bewoners zelf hun weg zien te vinden naar de wettelijke procedures die er bestaan voor inspraak en bezwaar.
Margot: “Als je ziet wat er op ons afkomt: het aantal horecazaken, de drukte in de stad, de exploderende huizenprijzen, de afname van sociale huurwoningen – deze ontwikkelingen gaan nu razendsnel. Als je dan als stadsdeel eerst nog wensbeelden en dromen voor de buurt gaat ophalen, dan loop je achter de feiten aan.”
Full-time participeren
Zo vaak als burgers worden opgetrommeld voor het invullen van een enquête of om mee te denken over een plein, zo vaak worden ambtenaren en bestuurders op hun beurt ook weer opgetrommeld door buurtbewoners. Om even grondig te bespreken waarom bewoners hun input niet terug kunnen vinden in het gebiedsplan. “Die hebben we toch niet voor de kat z’n viool gegeven?” Of omdat ze lucht kregen van een besluit dat de “heren en dames politici” echt nog even moeten toelichten. En graag ook even uitleggen hoe de bezwaarprocedure precies werkt, want die is zo ingewikkeld dat sommige bewoners er fulltime mee bezig zijn.
Nieuw
Stadsdeelmedewerkers zijn naarstig op zoek naar nieuwe manieren van burgerparticipatie – het liefst met nieuwe mensen – bij leuke buurtprojecten. Terwijl de huidige groep bewoners zich bezighoudt met verzet tegen vergunningen voor nieuwe horeca, nieuwe hotels en andere vastgoedprojecten. Daarbij gaan ze zover als de rechtbank en de Raad van State. Omdat ze bot vangen bij hun gekozen bestuur. Volgens een recent rapport van een evaluatiecomissie onder leiding van oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer is dat omdat (stadsdeel)bestuurders veel bezig zijn met partijpolitiek gekonkel en niet zoveel met democratie.
In de Kinkerbuurt kan je goed zien hoe dat uitpakt.
Ondertussen in de Kinkerbuurt...
We zijn een jaartje verder - 8 juni 2017
Het duurt even, maar dan heb je ook wat. Met prijzen van vijf- tot zesduizend euro per vierkante meter is hét moment gekomen voor vastgoedondernemers om hun bezit te verzilveren. De Kinkerbuurt zit definitief ‘in de lift’.
In één van de dichtstbevolkte stukjes van Nederland kunnen mensen nog steeds volop locaties vinden voor nieuwbouwprojecten.
Pandjes – vaak goedkoop gekocht en jarenlang anti-kraak verhuurd – zullen worden gesloopt en plaatsmaken voor appartementenblokken, bestemd voor de verkoop en de vrije sector verhuur. De gemeente verleent graag de benodigde vergunningen en wijzigt zo nodig het bestemmingsplan. Zodat er zoveel mogelijk volume gebouwd kan worden. En waarom ook niet, er is toch woningnood? schrijft een betrokken ambtenaar in een email.
Ook woningcorporatie Rochdale maakt nu haast met het opknappen van haar woningbezit in de buurt. Voor wie de opgeknapte woningen bedoeld zijn blijft nog even de vraag.
Het ziet er goed uit voor de bouwers, de ontwikkelaars, de gemeente, de ondernemers en de huiseigenaren. Iedereen gaat er op vooruit. Of toch niet?
In de de serie ‘Groeten uit de Kinkerbuurt’ volgen we de opwaardering van de Kinkerbuurt – terwijl het gebeurt – door de ogen van de bewoners die het ondergaan. Stonden we een jaar geleden nog perplex van de snelheid waarmee de ontwikkelingen elkaar opvolgen, inmiddels hebben alle partijen hun stellingen ingenomen. Een bouwplan maken is één ding, maar ook echt in de Kinkerbuurt bouwen gaat meestal niet zonder slag of stoot.
Aflevering 4: 'Gaan ze nou verkopen of niet?'
Over de laatste restjes volkshuisvesting in de Kinkerbuurt - 28 juni 2017
“Goede investering hoor,” zegt de gebiedsregisseur van woningcorporatie Rochdale, “dat huis is zo een ton meer waard.” We hebben het over mijn huis, in een blok dat ooit van Rochdale was en nu niet meer. Na een moeilijk verlopen renovatie zijn alle woningen in mijn blok verkocht.
Wij wonen op 3 en 4 hoog, met z’n vieren. Onder ons woont eigenlijk niemand, want de begane grond en verdieping 1 en 2 worden verhuurd aan telkens weer andere mensen. Het zijn huizen die die eigenaars blijkbaar toch niet nodig hadden om in te wonen. Ze worden verhuurd aan toeristen, expats en tijdelijke bewoners.
Aan de overkant van de straat begint nu de renovatie van de overige fases van het Rochdale blok. Het blok is karakteristieke en historische volkshuisvesting: oorspronkelijk 336 woninkjes, vier verdiepingen hoog, gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Je kan zien dat de renovatie dringend nodig is: kapotte ramen, zwammen onder de vloer, enkel glas, geisers en gaskachels uit de vorige eeuw. Sommigen bewoners wonen er al zo lang dat ze zich de vorige renovatie uit de jaren ’70 nog herinneren: er kwamen toen voor het eerst douches in de woningen.
Door jarenlang tijdelijk te verhuren heeft Rochdale de handen vrij om een groot aantal lege appartementen van de hand te doen, na de renovatie. Of ze dat ook van plan zijn weten we nog niet. De corporatie houdt de bewonerscommissie, politici en wat wanhopige huizenzoekers al een klein jaar in spanning. Actiegroepen, bewoners en de lokale overheid proberen steeds meer druk uit te oefenen op Rochdale om de verkoop van de sociale huurwoningen “on hold” te zetten.
In de Kinkerbuurt is het aantal betaalbare huurwoningen intussen flink gedaald door de verkoop van corporatiebezit. De prijzen van de weinige beschikbare woningen rijzen de pan uit. Maar Rochdale hult zich in stilzwijgen. Nog niet zo lang geleden werd de corporatie door diezelfde overheid juist onder druk gezet om buurten te mengen en sociale huurwoningen te verkopen.
“Eenmaal verkocht krijg je zo’n woning nooit meer terug,” hoor je de tegenstanders van verkoop vaak zeggen: een waarheid als een koe. Met de verkoop verliest de samenleving niet alleen betaalbare woningen maar ook grip op de ontwikkelingen in de buurt. Intussen weten we dat het gewenste positieve effect van menging in buurten uitblijft: de nieuwe tijdelijke huurders, studenten, AirBnB-ers en expats die steeds vaker de voormalige huurwoningen bevolken mengen nauwelijks met de oudere bewoners. De markt doet zijn eigen ding.
Aflevering 5: Nel, Anneke en Monique hebber hier niet om gevraagd
3 augustus 2017
De opwaardering van de Kinkerbuurt verloopt precies volgens het boekje: krakers en kunstenaars ontginnen de buurt; daarna trekken (bakfiets)gezinnen de buurt in; vastgoedondernemers kopen pandjes op; zij maken er hotels of appartementenblokken van; jonge mensen met veel geld komen in de nieuwe appartementjes wonen; de buurt wordt onbetaalbaar voor gewone mensen. In de Kinkerbuurt kent het proces nog een extra tussenstap: bewoners en kunstenaars trekken aan de bel bij ambtenaren en bestuurders. Die reageren niet of te laat.
Achter de term gentrification gaan persoonlijke drama’s schuil: Nel’s atelierpand verzakt door de bouwactiviteiten, Anneke krijgt een hoog appartementenblok in haar achtertuintje en Monique slaapt niet meer door het lawaai van feestende jongvolwassenen. ‘We begrijpen dat projectontwikkelaars nu in onze buurt zoveel mogelijk winst proberen te maken. Maar we begrijpen niet waarom de gemeente ons niet daartegen beschermt.’
Nel, Anneke en Monique hebben niet om hun huidige situatie gevraagd. Ongewild zijn ze veranderd van zorgeloze buurtgenoten in bezorgde en boze burgers. Van hen wordt verlangd dat ze hun woon- en werkgenot opgeven en ruim baan geven aan de agenda van de projectontwikkelaars. Om uiteindelijk ook te vertrekken uit de buurt, omdat deze langzaamaan voor hen onleefbaar wordt. Niet alleen armere mensen trekken weg, maar ook de eerste en tweede generatie gentrifiers: de kunstenaars en de gezinnen met middeninkomens.
Sommige wetenschappers stellen dat de overheid gentrification bewust inzet als een goedkope vorm van stadsvernieuwing. De verantwoordelijke politici mogen verwijzen naar beleid of naar ‘de markt’. Maar zouden ze zich ook wel eens lullig voelen over de persoonlijke ellende die hun beslissingen veroorzaken?
Aflevering 6: Tayfun en Fatih kunnen niet meer terug
22 februari 2018
In Amsterdam, de stad met 178 culturen, wordt de Kinkerbuurt langzaamaan weer wit.
Buiten de zoeker van de camera willen enkele buurtbewoners wel vertellen wat er speelt. Waarom vertrekken gezinnen met een migratieachtergrond uit de Kinkerbuurt? Ze willen graag blijven in de buurt, maar dan wel in een geschikte woning. Die er niet is. De huizen in de buurt zijn te slecht, te klein, te duur of verdwenen in de kamerverhuur. Wat er gebouwd wordt is niet voor hen bestemd. Er zit vaak niets anders op dan te vertrekken naar een plek waar je als gezin nog terecht kunt, meestal buiten de ring.
Fatih Bolat (32) en Tayfun Balçɪk (33) uit Nieuw-West zijn bereid ons voor de camera te laten zien hoe het zit. Ze zijn de kinderen van Turkse arbeidsmigranten en opgegroeid in de Kinkerbuurt. Als tieners zijn ze met hun ouders vertrokken naar Slotervaart, waar ze vervolgens niet meer weg kunnen komen. Omdat beide dertigers een woning zoeken in de sociale huursector, hebben ze niet veel te kiezen. Met 12 jaar wachttijd kom je binnen de ring niet in aanmerking voor een woning. Tayfun: “Iets kopen of in de vrije sector huren is voor ons financieel niet te doen. En bovendien kiezen verhuurders in de vrije sector vaak niet voor mensen met onze achternamen.”
De opties die overblijven zijn: 1. hopen op een mazzeltje; 2. heel rijk worden; 3. bij je ouders blijven of 4. de stad verlaten. De meeste migrantenkinderen gaan uiteindelijk voor optie 4.
Gevolg is dat de Kinkerbuurt steeds minder divers wordt - net als de andere buurten waar gentrificatie plaatsvindt. “Etniciteit hangt samen met allerlei sociaal-economische factoren zoals inkomen.” zegt Cody Hochstenbach, onderzoeker stadsgeografie aan de UvA, “Dus wanneer buurten duurder worden en huurwoningen verkocht worden dan zijn mensen met een migratieachtergrond vaak de eersten die het niet meer kunnen betalen. Ze hoeven niet te vertrekken, maar nieuwe instroom wordt zo afgesneden.”
Opgestaan is plaats vergaan geldt voor de kinderen van de Kinkerbuurt – en van de hele stad – zo lijkt het. Vervangen door kinderen van vermogende ouders uit de rest van het land en Europa die de beschikbare kamertjes kunnen betalen. Het is altijd mooi om te zien hoeveel Amsterdammers houden van hun geboortestad. Andersom ligt het momenteel wat gecompliceerder.
Colofon
‘Groeten uit de Kinkerbuurt’ is een project van Else Lenselink. In de zomer van 2016 publiceerde Het Parool de intro en aflevering 1 t/m 3. In de zomer van 2017 publiceerde Het Parool ‘Ondertussen in de Kinkerbuurt’ en aflevering 4 en 5. Aflevering 6 is gepubliceerd op 22 februari 2018.
Het project ‘Groeten uit de Kinkerbuurt’ is tot stand gekomen dankzij de gulle bijdragen van Emilio Brizzi, Paul Enkelaar en Willem Kramer.
Tekst: Else Lenselink
Interviews: Else Lenselink
Camera: Else Lenselink en Paul Enkelaar
Montage: Else Lenselink
Muziekselectie: Willem Kramer
Fotografie: Emilio Brizzi en Paul Enkelaar
Ik wil graag bedanken: Arnold van Bruggen, Tinus Kramer, Stephan Roest en Annelies Termeer voor hun commentaar en advies. En veel dank aan Buurt TV Het Gewilde Westen voor het gebruik van apparatuur en voor de gezelligheid.
Dank aan alle buurtbewoners voor hun bijdrage en in het bijzonder: Nel Bannier, Mohammed Ben Salah, Fatih Bolat, Tayfun Balçɪk, Ronald van Dijk, Ria Femer, Ruud Groenewout, Monique Janson, Nico de Leeuw, Bert Meister, Flavio del Pomo, Margot, Roxanne Post, Anneke Veenhoff, Frans Vlietman, Fred van der Vlist, Minke Wagenaar en Roy Ristie.
info@groetenuitdekinkerbuurt.nl